De tankstations wisten waar ze  zich verdekt opstelden en hadden een waarschuwingssysteem ontwikkeld.

Naast de pomp stond een emmer met zo’n ruitenzwabbertje erin. Stak de steel van de zwabber uit de emmer dan was het safe, stak het zwabbergedeelte eruit dan was het foute boel. Ik heb een jaar lang veel plezier van dit werkpaard gehad, tot er op een gegeven moment tijdens het starten de motorkap omhoog vloog door een gas explosie.

Dit was het moment dat mijn vader besloot in te grijpen. Hij had al z’n kinderen beloofd dat zij als huwelijkscadeau een nieuwe auto van hem kregen. Nu ging ik de komende 2 jaar nog niet trouwen, dus paste hij die regel voor mij aan.; ik kreeg hem als verlovingscadeau.  Er zat wel een limiet verbonden aan de waarde van het kado, dus geen snelle BMW, maar een spiksplinternieuwe DAF 55.

Kenteken 75-75-JJ, al gauw door Tanny omgedoopt tot onze Jolly Jumper. En hij deed z’n naam eer aan. Bij stoplichten reed ik bij groen alle andere auto’s eruit. Tenminste  de eerste 10 meter, daarna  was de Daf geen echte partij meer.  

Ten tijde van de Daf was ik werkloos,en woonden we in de bossen bij Ommen, maar toch had ik binnen 18 maanden ruim  130.000 km op de teller. Voor de vliegerij moest ik vaak naar Rotterdam, maar ook naar Frankfurt.

Tanny werkte toen als nachtzuster in een verpleeghuis in Ommen. In plaats van gezellig bij mijn ouders avond na avond achter de buis te gaan zitten, ging ik liever naar het huis van mijn (toekomstige) schoonouders in Doetinchem. Niet zo zeer voor de ouwelui, maar Tanny had een paar leuke zussen waar ik het goed mee kon vinden en ja, zo maakte ik nogal wat kilometers. De Daf had een onverwoestbare motor, dat kon niet gezegd worden van de carrosserie en de stoelen. In die anderhalve jaar had ik via garantie al drie nieuwe voorstoelen gehad en  bleek de bodemplaat helemaal doorgeroest te zijn.

Pa vond het niet verantwoord om er zo verder mee te rijden, dus kreeg ik voor de 2de keer een auto als huwelijkscadeau. Dit keer werd het een super degeliijke Lada 1200.  Een auto die niet vooruit te branden was, maar waar je in de winter heel warm in zat. De kachel was ontworpen voor siberische  omstandigheden,  bij -40C

moest hij het nog warm kunnen maken.  Anderhalf jaar later stapten Tanny en ik als nog in het huwelijksbootje en in een aangeschoten bui zei pa dat bij een huwelijk nu eenmaal een nieuwe auto hoorde en kreeg ik tot mijn grote verrassing  voor de 3de keer een nieuwe auto. Dit keer een Alfa Romeo AlfaSud.  Sportief gezien een meer dan perfecte auto, maar qua lak was het echt een catastrofe. De lak begon al te roesten vanaf het moment dat de  auto’s de fabriek uitreden. Maar de garantie was ruimhartig, om de drie maanden werd mijn motorkap en spatborden over gespoten. Na anderhalf jaar vielen de eerste gaten in de carrosserie en ging de auto eruit. Ik heb hem vervangen door een 2de handse Audi 100 en dat werd een ommekeer, sindsdien ging de kwaliteit van mijn wagenpark met sprongen vooruit.

Ik heb het nagekeken en het blijkt dat ik tot nu toe 30 auto’s heb gehad en dat was wel even schrikken..

Gemiddelde investering ca. € 5000,00, voor dat geld had ik ook een vakantiehuisje in Spanje kunnen kopen. Had ik lekker kunnen overwinteren (goed voor mijn reuma) en elke dag op zee kunnen vissen. Gelukkig is dat allemaal achteraf gezien en dat boeit niet meer.

Welke auto zal ik volgend jaar eens gaan kopen?   

 

Index

wp5533b116.gif